Dag 6

31 augustus 2016 - Puy-Saint-Vincent, Frankrijk

Vandaag staat "rondje Italië" in het reisschema. We vertrekken met een lekker zonnetje in het vizier richting Briancon. Deze weg hebben we inmiddels meerdere malen gereden en begint vertrouwd aan te voelen. Al snel passeren we de grens met Italië en beginnen aan de klim Colle Sestriere. In de verte zien we reeds wat donkere wolken opdoemen, de zon verdwijnt langzaam. De temperatuur daalt tot onder de 18 graden, het wordt tijd voor een colletje (om de hals bedoel ik). Eenmaal voorbij Sestriere passeren we de springschans (wat een ding zeg) en rijden door verschillende dorpjes waar de tijd ogenschijnlijk heeft stilgestaan. De laaghangende bewolking biedt een sombere aanblik over het geheel. We stoppen voor een bakkie. De wat oudere eigenaar weet niet wat hem overkomt met zo'n grote groep motorrijders en maakt een wat zenuwachtige indruk. De bestelde cappuccino volgt snel en smaakt best goed. Het afrekenen was een meevaller, slechts 1 euro 30, waar kan dit nog ? We rijden verder en al snel begint het te miezeren en vervolgens te regenen. Dit alles maakt het nog troostelozer. Het wegdek zit vol scheuren en gaten, de Europese subsidie is in deze regio wellicht elders aan besteed. Na een lichte afdaling komen we in een wat vlakker landschap te rijden en bevinden ons in de bekende streek Piemonte. Het weer klaart op en voorzichtjes zien we de eerste zonnestralen verschijnen. De temperatuur loopt snel op tot een graadje of 25. Rijdende in dit gebied proef je de Mediterrane sfeer. Overal zie je huizen in de voor deze streek kenmerkende Italiaanse bouwstijl in veelal mooie pastelkleuren geschilderd. We passeren vele steenverwerkende bedrijven, graniet, leisteen, rotsfragmenten, grafzerken, er komt geen einde aan. Hier overheerst het stenen tijdperk nog. Het is rond 12 uur in de middag en zien vele arbeiders op hun brommer en scooter huiswaarts keren (of naar de kroeg), waarschijnlijk voor de siësta. Qua rijbeleving is er weinig spannends en we belanden traditioneel in een Lidl, waar onze lunch wordt samengesteld. Gelukkig gaan we weer snel aan een beklimming beginnen, wat later de aanrijroute blijkt van de mooie Colle d'Agnello. Bijna aan de top wordt de weg geblokkeerd door een koe, die werkelijk geen kant op wil. Ik besluit het er toch op te wagen en met een spuit gas kan ik hem mooi voorbij. Bijna aan de top komen we in een laaghangende wolk terecht, het wordt kil en biedt een mystiek aanzicht. De top markeert de grens tussen Italië en Frankrijk. Na de nodige foto's beginnen we aan de afdaling. Deze is goed te doen en de zon laat zich weer zien. Tijd voor een tussenstop. Daarna volgt het beloofde toetje van de dag, de Col d'Izoard. Werkelijk schitterend om deze te beklimmen, mooie bochten en zeer goed wegdek. Het is toch nog een hele klim tot aan de top. We maken foto's van het plaatselijke monument en gaan aan de afdaling beginnen. Ook de afdaling is een bijzondere belevenis. In een enorm tempo gaat het als in een achtbaan omlaag. Hier en daar worden de nodige risico's genomen om als eerste beneden te zijn. Ik was het in ieder geval niet. Nog even tanken en dan terug naar het hotel. Het wordt onze laatste overnachting hier, voldoende reden om nog even lekker aan de bar te zitten en de sterke verhalen uit te wisselen.

Foto’s